BMWblog.nl Special: BMW 333i
Tegenwoordig wordt het heel veel gedaan: lepel een grote lijn 6 M30 in een oude BMW E30. In de jaren 80 was dit niet zo vanzelfsprekend. De grootste motor die BMW zelf monteerde was de M20 van 2,5 liter. ALPINA pakte dat anders aan met de B6 3,5S en uiteraard waren er tuners die het ook probeerden.
Maar de enige officiële BMW E30 met de M30 motor was de 333i. De leidinggevenden Vic Doolan en Bernd Pischetsrieder van BMW South Afrika, een assemblagefabriek voor de 3-serie, bedachten de 333i onder het genot van een drankje met het BMW SA raceteam. In die tijd werd geraced met de 5-serie. Niet bepaald een lichtgewicht. Vandaar het idee om die motor in de kleinere, dus lichtere 3-serie te lepelen. Makkelijk omdat deze auto lokaal werd geproduceerd.
De motor die werd gebruikt was de 3210cc versie met de Europese specificatie’s. Er werd niet voor de 3,5 liter met meer vermogen gekozen omdat de kleinere makkelijker toeren maakte. Deze motor werd gekoppeld aan een Getrag 5 versnelling sport versnellingsbak. Een zogenaamde dog-leg bak waarbij de eerste versnelling naar achteren gericht was. De eindoverbrenging werd gerealiseerd door een sperdifferentieel met 25% sper.
Om de kosten een beetje laag te houden werd ALPINA benaderd om te assisteren bij het project. Hierdoor zijn veel delen aan de 333i origineel voor de B6 ontwikkeld. Waarbij de 7×16″wielen hierbij het meest in het oog springen. Hierachter zaten ook grotere ALPINA remmen. Ook het onderstel komt van ALPINA met Bilstein dempers en progressievere veren. Andere onderdelen van de fabrikant uit Buchloe zijn het inlaatspruitstuk, het instrumentenpaneel en de in het luchtrooster gemonteerde extra digitale meters.
De 3,2 liter M30 motor paste maar net en de radiateur moest ook vergroot worden om koelproblemen te voorkomen. Hierdoor kwam de visco-fan te vervallen en werd er gekozen voor een elektrisch exemplaar. Een ander groot probleem was dat er geen ruimte meer was voor stuurbekrachtiging én airconditioning. Oplossing: geen airco.
Aan de buitenzijde is de 333i te herkennen aan het M Technik I pakket met een 333i embleem met als ondergrond de drie M kleuren op het kofferdeksel.
Het was voor die tijd best een snelle auto met 197 pk en 245 Nm. De 0-100 km/h sprint werd in 7,3 sec afgerond en een officiële topsnelheid van 228 km/h was ook netjes.
De auto werd alleen in vier kleuren geleverd: Ice White, Diamond Black, Aero Silver en Henna Red. Veel van de auto’s die van de band in Pretoria zijn gerold zijn zo op het circuit ingezet. Hierdoor is de auto een echte zeldzaamheid geworden. In 1985 en 1986 zijn er maar 204 stuks van de BMW 333i geproduceerd. Allemaal met het stuur rechts.
Het project heeft zijn bedenkers ook geen windeieren gelegd. Doolan werd directeur van BMW Noord Amerika. Bernd Pischetsrieder werd voorzitter in het bestuur van BMW AG.
Die zou ik wel willen. Maar vind ze maar eens. Net zoals de 320is E30.
Ja dh! wie niet? 🙂
Inyeressant artikel, wist ik nog niet!
De Alpina e30 B6 voor de Europese markt had ook een M30. Een 2800 motor als ik me niet vergis. Naast de voortreffelijke M20 2,7 van de Alpina C3 natuurlij.
@Stender, heb ooit eens met een e30 B3 gereden: wat een souplesse!!