Vol zelfvertrouwen hadden de Eisenacher autobouwers in 1948/49 op de internationale automobielmarkt het BMW logo weer op de markt gezet. Tenslotte kwamen oorspronkelijk tot dan toe geproduceerde BMW’s uit hun fabriek.

In 1928 had de Bayerische Motoren Werke de in 1896 opgerichte voertuigfabriek opgekocht en is daar begonnen met de productie van de in licentie gebouwde DIXI DA1. In München hadden ze het druk met vliegtuigmotoren. Dus in Eisenach kon men zich gaan concentreren op de bouw van auto’s. Na de kleine DIXI kwam BMW in 1933 met een aantrekkelijke modelserie, de BMW 303, met 6 cilindermotoren. Hiervan rolden tot 1941, terwijl de civiele leveringen al gestaakt waren, toch nog 62.864 stuks van de band.

Merknaam

Ondanks de enerome oorlogsschade ging men in 1945 in Eisenach, nu Oost-Duitsland,  al verder met de produktie van de vooroorlogse  BMW 321. In april 1948 kwam daar de nieuw ontwikkelde 340 bij en al snel de hernieuwde oplage van de cabrio 327. Eerst nog met BMW logo. Maar in november 1950 werd dit door een gerechtelijk bevel van BMW verboden. Zij vonden dat alleen zij recht hadden op het merk. Het Eisenacher Motorenwerk ging over naar EMW.

De EMW 327

In 1937 produceerde BMW in Eisenach de tijdloze en van robuuste techniek voorziene 327. Zowel in cabrio als coupé vorm. Na de Tweede Wereldoorlog was de vraag nog zo groot naar dit model dat de productie in het Thüringische Automobilwerk werd voortgezet.In 1948 werd het model op de Automobiel Salon van Brussel gepresenteerd. In eerste instantie produceerde men, met de nog voorhanden zijnde vooroorlogse onderdelen, in 1948 tot 1950 het cabriolet model BMW 327-1.

Het design en de techniek bleef dicht bij het oermodel. Het betrof een 2 liter zes-cilinder lijn motor met 55 pk. Maar het meest in het oog springend was toch de schitterende lijn van de auto. De spatborden die mooi overgingen in de dorpels, de geïntegreerde koplampen. Uiteraard werd de cabrio geleverd met een prachtig lederen interieur in, op de buitenzijde, afgestemde kleuren. Veel van deze auto’s zijn geëxporteerd naar België en Zwitserland.

Vanaf 1952 leverde de motor 57 pk bij 3750 rpm. Hiermee werd een topsnelheid gehaald van 125 km/h. Voor die tijd een ongehoorde snelheid. Vanaf nu ging de auto ook als EMW 327-2 door het leven.  Zowel als cabrio als coupé. De carrosserieën werden gemaakt door de, in luxe auto’s gespecialiseerde, Gläserkarosserie GmbH uit Dresden.

Aantallen BMW/EMW na de oorlog

Vanaf 1955 eindigt de productie officieel. Maar er zijn jongere EMW 327’s te vinden. Deze werden door EMW werkplaatsen met behulp van nieuwe onderdelen nagebouwd. Totaal werden in 1949 14 stuks van de BMW 327-1 gemaakt en 2 stuks in 1950. Van 1952 tot en met 1955 werden van de EMW 327-2 cabriolet 491 exemplaren gebouwd en van de EMW 327-3  coupé liepen er in dezelfde periode 152 stuks van de lopende band.