Business Week schrijft dat BMW een claim neer van miljoenen euro’s neerlegt bij PSA Peugeot Citroën. Volgens het bericht willen de Duitsers een financiële vergoeding voor het feit dat de Fransen zich uit een samenwerkingsproject hebben teruggetrokken.
BMW en PSA bouwen al een tijdje gezamelijk kleine motoren. In 2011 sloten ze een overeenkomst om als duo hybride en elektrische aandrijflijnen te produceren. Maar doordat PSAPeugeot Citroën in zee ging met General Motors/Opel werd het project stopgezet. De fabrikant uit München wil de gemaakte kosten voor de oprichting van de onderneming op PSA verhalen.
Op het moment dat General Motors bij Peugeot instapte, kwam voor BMW de joint-venture al in een ander daglicht te staan. Destijds riep de Franse partij al: “Het is duidelijk dat de alliantie met GM ons partnerschap (met BMW, red.) verandert.” GM en Peugeot sloten in februari een overeenkomst, waarbij General Motors een belang nam van 7 procent in het Franse bedrijf. In maart kondigden beide bedrijven aan de samenwerking verder te willen uitbreiden. De autofabrikanten willen minstens twee nieuwe modellen gezamenlijk gaan ontwikkelen.
BMW wil nu een compensatie van 40 à 50 miljoen euro van PSA, omdat ze er vanuit gingen dat PSA afnemer zou worden van de gezamelijk geproduceerde onderdelen. Dat zit er nu logischerwijs niet meer in. Het verband tussen BMW en PSA dateert al van begin 2011 en zou vanaf 2014 hybridevoertuigen moeten opleveren. De joint-venture, BMW Peugeot Citroën Electrification genaamd, richt zich op de ontwikkeling en productie van hybridecomponenten, inclusief accupakketten, generatoren, laadsystemen en software.